menu
| |
In het raadsverslag van 7 juni komt voor een bespreking over liquideren van het zeegrasbedrijf en zoo als de heer Tijsen verder hierover zegt: Burgemeester van Kempen heeft mij gezegd: de laatste halve cent hoort aan de wiermaaier maar het bewijs is niet te halen. Ik wil nog even dieper toelichten. In het jaar 1895 zijn de wierwaarden overgegaan aan de gemeente voor een pachtsom van f. 15.000,-- voor een tijd van 5 jaren en bij het verstrijken van dien tijd zijn wij allen wiermaaiers door Burgemeester opgeroepen om onze handtekening te plaatsen voor een vermindering van pacht en toen zijn ondergeteekende, Zomerdijk en Metselaar, op verzoek van Burgemeester Kolff naar den Minister gegaan met het geteekende stuk tot verlaging van pacht en het gevolg is daarvan geweest, dat Minister Pierson ons zeide dat alle winsten en voordeelen aan de wiermaaiers moesten worden verdeeld. Het is te begrijpen dat hier het bewijs ook niet kon worden getoond. Mijn mede collega's zijn reeds overleden en de pacht is toen belangrijk verlaagd. Ik zou hier nog meer over kunnen schrijven maar zal het hierbij laten.
En wat verder de herkomst van het zeegras betreft lees ik in de Heldersche Courant een stuk over het zeegras voortkomende uit het gesprokene uit den Raad van den heer Wigbout. Ik ben zelf in 1932 den 19e Mei een dag met mijn zoon naar de Noordkant van Lutjewaard naar de fuiken geweest en toen stond het zeegras in zijn volle wasdom geurig en groen. Ik zei wat zal hier in de nazomer veel wier zijn. Doch ongeveer 5 of 6 weken daarna toen de dijk dicht was zeiden de jongens: "Vader die wier gaat dood". Ik wilde het niet geloven maar het bleek de waarheid. Het was juist die plaats waar de wier het eerste wegging. Is het nu de schuld van de dijk of niet? Men mag dan wel een argument zoeken om het te bestrijden. En als wij nu eens een blik werpen op ons gansche werk en visschersbevolking en vooral op onze kinderen en jonge menschen wat hun voor de toekomst tegemoet staat dan is dat treurig. Ik heb zelf eens op de afsluitdijk bij die gedenknaald of monument gestaan en toen las ik het opschrift "Hier is de dijk gesloten" en het monument staat te prijken boven Waddenzee en IJsselmeer uit.
Ik dacht zoo bij mezelf wat zou het toepasselijk zijn als er ten Oosten en ten Westen en ten Zuiden van ons schiereiland een gedenknaald met een afgeknapte tak werd geplaatst met een opschrift: "Ons eiland is ten doode gedoemd wie zal onze redder zijn?" Het is waar er zijn eenige visschers die het goede lot hebben getrokken. Maar alle menschen moeten leven. Ik zou over die toestand nog meer kunnen schrijven maar zla het hierbij laten en wij zullen hopen dat van hooger hand de kracht en steun zal mogen blijven komen voor ouders en kinderen, want de levensdraad der visscherij is afgeknapt en zal niet meer herleven. Jac. Kaptein Wieringen, 17 juni 1935
|
|
© Pagowirense.nl 1997-2007 | ||
|