menu
| |
StroeStroe is tegenwoordig meer een gehucht dan een dorp, er wonen ongeveer 200 mensen. Stroe schijnt het oudste dorp van Wieringen te zijn. In de "Rekeningen der Grafelijkheid Holland onder het Henegouwsche Huis" uit 1343 (een boekhoudkundig werkje) is zelfs sprake van een Nortstroeden en een Zuutstroeden. Vroeger was het dus een aanzienlijk dorp. Het ligt zo hoog dat tot voor kort een dijk niet nodig was. Momenteel is er niet al te veel meer dat herinnert aan de dagen dat Stroe een belangrijk dorp was. Er is natuurlijk het museum Jan Lont, een authentieke Wieringer boerderij waar een leuke tentoonstelling vertelt van het leven op Wieringen voor de aanleg van de afsluitdijk in de jaren 1920. Verder is op Stroe een aantal oude Wieringer boerderijen bewaard gebleven en bevindt er zich een grote camping. Een interessant verhaal gaat over de kerk die vroeger op Stroe stond. Het was een doopsgezinde schuilkerk die qua vorm niet veel verschilde van de Wieringer boerderijen die erom heen stonden. In 1934 is deze door brand verwoest. Een foto van deze schuilkerk is te zien in de fotodatabase. Nog vroeger was er een kerkje dat ook wel de Heidensche Kapel genoemd werd, en gewijd was aan Willibrordus.
Stroe was net als Vatrop en Westerklief een van de hoger gelegen delen van het eiland. Op deze hoogtes werden de eerste nederzettingen gebouwd. Het is zeer goed denkbaar dat de missionarissen die namens de Frankische keizer de Friese heidenen kwamen bekeren een kerk hebben gesticht op de plaats van een oeroud heiligdom, een gebruikelijke strategie. Of dit ook gebeurd is, zal waarschijnlijk voor altijd onbekend blijven. In ieder geval heeft de gedachte dat dit mogelijk is een rol gespeeld bij het ontstaan van de mythen rond de kerk van Stroe. Uit de oude geschriften weten we dat er reeds in de 9e eeuw een kerk op Stroe is geweest. Boven een van de toegangsdeuren tot de Willibrordskerk was een gevelsteen geplaatst met een varken. Het verband tussen een varken en het Christendom is niet evident, zodat de meest gehoorde verklaring is dat dit een heidens overblijfsel is. Andere bronnen zeggen dat de kerk aan St. Antonius was gewijd en dat het varken het symbool van Antonius was. Haverkamp beweert echter in zijn boekje over Wieringen dat de varken boven de ingang er voor moest zorgen dat er geen joden de kerk betraden. Dit lijkt me, mild uitgedrukt, nogal gezocht. In de gemeentearchieven bevindt zich een proces-verbaal, waarin de vermissing van de gevelsteen van het varken wordt gemeld.
|