menu
| |
![]() |
![]() |
Wieringer legendes - de Sammelkes
|
|
![]() Sammelkes elders in het landBehalve op Wieringen komen de Sammeltjes maar op één andere plaats voor: op Texel. Op Texel had men een Sommeltjesberg waar in 1777, bij één van de eerste opgravingen in Nederland, Romeinse overblijfselen zijn gevonden. De tekenaar Pieter van Cuyck, die in 1789 in zijn "Brieven over Texel en de nabij gelegen eilanden" ook over Wieringen schreef, heeft deze opgraving beschreven. Er was een rijke buit: een emmer, een bekken, bronzen beslag voor een drinkhoorn, messen, drie bijlen, sporen, een paardenbit met ketting, een haak om een ketel aan op te hangen, een steelpan met zeef voor de wijn. Van deze vondst is helaas niets bewaard gebleven, behalve een paar tekeningen. Van Cuyck weet ook dat de naam Sommeltjes in het plaatselijk dialect zoveel betekent als Spook of Geest. Verhalen over dwergen en aardmannetjes vinden we niet alleen op Wieringen. Zij stammen uit vroegere pre-christelijke tijden en komen overal in het land voor. Het verschil is dat de dwergen meestal niet in een kuil maar op een heuvel wonen. Deze plaatsen blijken vaak vroegere grafheuvels of urnenvelden te zijn. Beschrijvingen van de SammelkeskuulDe in de Anna Paulownapolder werkzame Ds. O.G. Heldring, die grote belangstelling had voor alles wat de Oudheid aangaat, schrijft in de Geldersche Volksalmanak van 1845, dat hij op Wieringen, niet ver van Hippolytushoef een 'Sommeltjeskuil' heeft bezocht. Hij schrijft daar zwarte, asachtige moergrond aangetroffen te hebben, zoals die nergens anders op het eiland voorkwam. Daarin "stak een zeer aanzienlijk aantal scherven" Hij meende zodoende dat Zandburen waarschijnlijk een offer- of begraafplaats uit vroeger tijd was en schrijft dat daar Romeinse scherven aanwezig zijn. C.J. Bruinvis (apotheker en amateur-historicus te Alkmaar) reageert in een in 1853 verschenen artikel in het tijdschrift 'De Navorscher' op een eerder verschenen artikel van Ds. Heldring over diens oudheidkundige opsporingen in Noord Holland en op de eilanden. In afwachting van verdere berichten van de dominee meldt Bruinvis wat hij weet over de Sommeltjes: "de Sommeltjeskuil, 10 min. beoosten St. Hypolitushoef op Wieringen, is mede sedert geruime tijd verdwenen, zijnde gevuld en in bouwland herschapen thans toebehorende aan Nan Scheltus, welke, voor weinige jaren, toen er enige ophef van gemaakt werd, heeft laten graven, waardoor een ring en enkele penninkjes (welke) werden gevonden. De naam wordt nog in eene nabijzijnde boerenwoning, de Kuil geheeten, bewaard. Vandaar haalden de Sommeltjes 's nachts een ketel om beuling (worst) te koken en brachten hem, voor de menschen opkwamen, weder glad geschuurd, met twee beulingen er in, terug. Voorts sponnen en werkten zij voor de lieden." Of de mensen in die tijd zo bijgelovig waren dat zij echt in het bestaan van Sammeltjes geloofden weten wij niet. Wel vonden ze het geen bezwaar om dicht bij de Sammeltjeskuil te gaan wonen. Deze lag immers bijna midden in de oude buurtschap Zandburen. Locatie van de SammelkeskuulRest nog de vraag: waar lag de Sammeltjeskuil precies?De twee schrijvers Heldring en Bruinvis beweren dat deze gelegen moet hebben 15 min. ten N.O. van Hippolytushoef. Dr. W.J. de Boone, redacteur van het tijdschrift "Westerheem", schrijft in 1953 in een artikel o.a. dat hij in een gesprek met dr. J. Daan aan haar heeft gevraagd waarom zij in haar uitvoerige dissertatie over Wieringen de plaats van de Sammeltjeskuil niet heeft aangegeven. De schrijfster zegt dat het haar spijt dat zij die, ondanks herhaalde pogingen, niet heeft kunnen lokaliseren. Kennelijk zijn de Wieringers de juiste plaats vergeten. Op 17 okt.1960 schrijft dr. de Boone namens de Archeologische Werkgemeenschap voor Westelijk Nederland een brief aan de gemeente. Daarin vertelt hij over het gesprek met mevr. Daan en dat hijzelf denkt dat de plaats van de Sammeltjeskuil gevonden kan worden. Hij citeert uit Van der Aa: "Ter plaatse, waar deze boerderij (nl. Sommeltjeskuil) gestaan heeft, is vroeger een heidensch kerkhof geweest waar men nog vele scherven vindt, welke in walletjes en omliggende velden gevonden worden. De tot deze hofstede behoord hebbende gronden beslaan eene oppervlakte van ong. 5 bunder en worden thans in eigendom bezeten door de heer Nan Scheltus en anderen woonachtig te Wieringen." De gemeentesecretaris beantwoordt op 10 febr. 1961 de brief als volgt: Bronnen: Regionaal Archief AlkmaarC.J. Bruinvis - De Sommeltjesberg op Texel en de Sommeltjeskuil bij St. Hypolitushoef op Wieringen. In: de Navorscher jrg 3, 1853 pg 51 Van der Aa - Aardrijkskundig woordenboek, deel 10 uit 1847 pag. 579 J. Schuyf - Heidens Nederland; zichtbare overblijfselen van een niet-christelijk verleden. Utrecht 1995.
|
|
© Pagowirense.nl 1997-2007 | ||
![]() |
|