J. Jongkind wandelde in de eerste helft van de 19e eeuw over Wieringen en beschreef zijn indrukken in een lang gedicht. Het is onbekend wanneer het gedicht is geschreven, al zijn er een aantal aanwijzingen. De belangrijkste is de verwijzing naar de
Polder Waard Nieuwland, die nog niet was drooggelegd. Jongkind heeft het over de eerdere bedijking uit de 17e eeuw die aan stormvloed ten onder was gegaan "over jaren vijf maal tien". We weten hierdoor dat Jongkind in ieder geval voor 1847 over Wieringen liep. Dat is min of meer in overeenstemming met de mode onder hen die het zich konden veroorloven om de Nederlandse buitengebieden te verkennen en hiervan reisverslagen te schrijven. Denk bijvoorbeeld aan Jacob van Lennep.
Wie was J. Jongkind?
J. Jongkind is hoogstwaarschijnlijk de beroemde schilder Johan Barthold Jongkind (1819-1891). Zijn werken, meest landschappen in een romantische stijl, hangen in de belangrijke musea van de wereld en is vooral bekend vanwege de invloed die hij had op de Franse impressionisten. Vanaf 1846 tot aan zijn dood verbleef Jongkind vooral in Frankrijk.
Details uit het gedicht
Het verhaal kent een aantal aardige details. Zo komen we te weten dat Den Oever in die dagen over in ieder geval 3 herbergen beschikte (we weten zelfs hoe ze heetten), dat de steen van Westerklief ook toen al rechtopstond en dat de oude kerk van Stroe een afbeelding van een varken boven de
noordingang had. Verder is er nog de interessante opmerking dat er aan de Elft een Roomsche kerk stond, "vermaning daar beneven". Waarschijnlijk gaat het hier om een schuilkerk die zich aan de Hoge Elft in een van de oude Wieringer boerderijen aldaar bevond. Over deze kerk is behalve dat ze bestaan heeft zeer weinig bekend.